Een machineconstructeur uit Málaga maakte aan het begin van vorige eeuw in zijn catalogi publiciteit voor graankuisers ‘Belgisch systeem’.
De man, Tomás Trigueros, die stelde dat hij een ingenieur was gediplomeerd door de Ecole des Arts et Métiers in Parijs, legde zich vooral toe op de bouw en verkoop van installaties voor oliemolens, maar daarnaast ook van maalderijen.

In zijn catalogi stelde hij dat deze ‘Belgische’ graankuisers heel eenvoudig waren en ook heel stevig, ze werkten soepel en gebruikten veel minder energie dan alle andere systemen. Zij leverden betere resultaten en verbeterden sterk de kwaliteit van bloem, omdat ze alle vreemde stoffen van tussen de zaden uit filterden. De klopper verwijderde perfect alle kiemen van de tarwe en de krachtige ventilator blies alle delen weg die lichter waren dan het graan.
Kortom, een ideaal toestel voor alle maalderijen.
Te koop voor een prijs van 400, 550 of 750 pesetas.

Voegen we hier aan toe dat tussen 1900 en 1910 de prijs van het graan in Spanje schommelde tussen 26,50 en 28 peseta’s per 100 kg...
In 1912 waren er in Oost- en West-Andalusië in totaal 770.938 ha met tarwe beplant, die samen 6.952.459 toenmalige Spaanse 'quintalen' graan opleverden - of 319.868.734 kg