Herbestemming... maar waarom alleen maar kerken ?

zaterdag, 30 januari 2016
VVIA
W.C. Kidney: Working Places. The Adaptive Use of Industrial Buildings (1975)S. Cantacuzino: New Uses for Old Buildings (1975)

Het begrip 'herbestemming van gebouwen' begint ook langzaam maar zeker bij de Vlaamse overheden ingang te vinden.
Maar, we zegden al vaak - met een boutade en verwijzend naar Orwell:  "Alle soorten erfgoed zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker dan andere"...

We vernemen de start van het Projectbureau 'Herbestemming Kerken' waarbij steden/gemeenten en betrokken kerkbesturen zich voor een begeleid traject voor een haalbaarheidsonderzoek kandidaat kunnen stellen 

Het projectbureau Herbestemming Kerken is een initiatief van

  • De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands beleid en Onroerend Erfgoed;
  • De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;
  • De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten, mede-optredend namens het Kenniscentrum Vlaamse Steden en Vlinter (Koepel Vlaamse Streekontwikkelingsorganisaties)
  • Het Team Vlaams Bouwmeester van het Departement Kanselarij en Bestuur
  • Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur

Maar, waarom alleen kerken - terwijl zoveel andere grote en waardevolle gebouwen op eenzelfde manier voor behoud door herbestemming schreeuwen ? Niet alleen religieus erfgoed, maar ook industriële panden, vroegere militaire gebouwen en forten, scholen en ziekenhuizen, hoeven en kastelen, kunnen via een nieuwe bestemming een belangrijke rol krijgen in de stedelijke of landelijke ontwikkeling.
Herbestemming is niet alleen belangrijk om het voortleven van een reeks historische en beeldbepalende panden te verzekeren, omwille van 'erfgoedwaarden'. Het is ook - en vooral - vorm van duurzaamheid. Bouwen van gebouwen vergt energie en grondstoffen. Slopen van gebouwen vergt opnieuw energie en grondstoffen en levert tonnen afval op. En nieuwbouw op dezelfde plek verbruikt  voor de derde keer energie en grondstoffen.
Gebruiken en hergebruiken wat je al hebt is voorwaar de meest duurzame aanpak, zoals veel studies in het buitenland al aantoonden (o.m. door Prof May Casar en het Londense UCL Institute for Sustainable Heritage). "When you consider that most of Europe’s historic buildings were handmade, with very little energy used in their construction, you can see them as an intensive reservoir of embodied energy capital” (...) “If we had to replace these structures today, we would have to use the energy equivalent of some 15,000 liters of petrol to rebuild one typical 19th century residential building. Put that on a city scale, and you get an idea of what I mean”.  Prof. Casar toonde eveneens aan dat historische gebouwen heelwat minder energie verbruiken bij hun onderhoud en instandhouding - gevolg van de wijze waarop zij geconcipieerd en gebouwd werden (Cultural heritage researchers make the case for increased EU support, in: 'CORDIS Focus', 245, 17.05.2004, pp. 4-5). Herbestemming is niet noodzakelijk minder rendabel - zoals we uit de mond van een CEO van de MacArthurGlen outlet-store in de Grade II listed werkhuizen van de  Great Western Railway Works in Swindon mochten vernemen.
De macro-ecoLogische balans van herbestemmen is altijd voordeliger - zelfs als de kostprijs van de onderneming hoger zou liggen dan sloop en nieuwbouw.

De idee van herbestemming is ouder dan van vandaag - en daar lopen we in Vlaanderen decennia achter op andere landen.
De eerste publicaties rond dit thema, met voorbeelden van realisaties, dateren van het begin van de jaren 1970 en sindsdien is de literatuur bijna onoverzichtelijk geworden.
Reeds in 1971 werd door de Britse overheid een - voor het grote publiek bestemde - boekje gepubliceerd dat herbestemming van oude gebouwen moest aanmoedigen, en dat aan de hand van éénentwintig goed-gekozen voorbeelden tips en suggesties gaf voor particulieren, verenigingen en lokale overheden (New life for old buildings. London, Her Majesty's Stationery Office, 1971, z.pag - uitgave gerealiseerd door het Department of the Environment, samen met het Scottish Development Department en de Welsh Office). Hierin werd gesteld: "Success in adaptation depends first on planning considerations. The long-term use of a building, particularly in a commercial area, has to be related to the existing and future economic planning of the area as a whole. If this economic background is sound it will help to ensure that the costs of immediate repair and future maintenance can be met to an appropriate standard. Furthermore, it is little use adapting a historic building to a new purpose if its surroundings are left in an unsatisfactory state. Much may have to be done to improve traffic conditions, remove existing unpleasant or unsuitable elements, and ensure that any new buildings are of a high architectural standard and sympathetic towards their neighbours..."  - een citaat dat thans nog steeds voorop mag staan voor alle herbestemmingsprojecten.
Verschillende publicaties in Engelse en Amerikaanse architectuur-tijdschriften in de periode 1973-1975, een aantal lijvige geïllustreerde boeken, en enkele meer gespecialiseerde uitgaven vanaf 1975 - gekoppeld aan de verspreiding van de idee via publicaties in het kader van het Europees Jaar van het Bouwkundig Erfgoed (1975) en het optreden van o.m. de Raad van Europa zorgden voor een doorbraak op internationale schaal.

Komaan, Vlaamse Overheid, pak het probleem ruim(er) aan.
Kijk even naar de Prince's Regeneration Trust in Groot-Brittannië, die via herbestemmingen een nieuwe dynamiek brengt in achtergestelde gebieden en voor achtergestelde groepen "We support and strengthen communities by rescuing and reusing important British buildings at risk of being lost forever through demolition or decay. Our priority is to work in areas of deprivation – places which will benefit most from the regeneration and economic growth we offer." De trust kreeg onlangs een EU Prize for Cultural Heritage / Europa Nostra Award 2015 voor de voorbeeldige aanpak van de Middleport Pottery in Stoke-on-Trent.
Kijk even naar onze Noorderburen, waar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2010 een Nationaal Programma Herbestemming in het leven riep om herbestemming van karakteristiek vastgoed te stimuleren.
Of naar onze Zuiderburen, waar alle regionale diensten voor monumentenzorg en cultuur (de z.g. 'DRAC', Direction Régionale des Affaires Culturelles) in mooi gerenoveerde en representatieve historische panden gevestigd zijn - en niet in onpersoonlijke kantoorblokken. Net over de grens, in Rijsel, werd reeds in 1977 een eerste toonproject opgezet door de renovatie van de oude textielfabriek Le Blan - één van de vaste punten van de VVIA-rondleidingen en workshops in de Rijselse Metropool...


 

 

Voor wie meer wil lezen: