Histopia, extra nummer over industriële archeologie (1973)

Histopia
Histopia, tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring, 1973, 6
jaargang: 
1973
nummer: 
6
Uitgever: 
Vlaamse Geschiedkundige Kring (VGK)

In 1971 werden, onder leiding van prof. Jan Dhondt, de eerste stapjes op het vlak van de industriële archeologie gezet. Dat resulteerde in de oprichting, aan het einde van dat jaar, in de oprichting van een eerste werkgroep, de WIARUG, Werkgroep Industriële Archeologie van de Rijksuniversiteit Gent. Jan Dhondt overleed echter in de zomer van 1972 hertgeen een vertraging in de ontwikkeling betekende.
Op 29 januari 1973 organiseerde de faculteitsvereniging van de geschiedenisstudenten, de Vlaamse Geschiedkundige Kring, het eerste symposium in Vlaanderen over industriële archeologie. Als gangmaker werd een film geprojecteerd die door de BRT (thans "VRT") gerealiseerd werd in samenwerking met de culturele dienst 'Pro Civitate' van het Gemeentekrediet van België. Nadien volgde een paneelgesprek met Prof. Marinette Bruwier (Mons), Prof. Herman Balthazar (Gent), de enkele jaren nadien overleden drs Luk Kongs (Gent), lic. François Roelants du Vivier (maakte een thesis over Le Grand Hornu), dhr Georges van den AbeeleN ( directeur Verbond der Belgische Nijverheid, thans VBO) en dr. Els Witte (Gent, nadien hoogleraar VUB). Tenslotte was er een debat met de aanwezigen in de zaal.

Dit extra-nummer, eenvoudig en primitief getijpt en gedupliceerd via een stencilmachine ('what's in a time'),op kwarto-formaat en nog niet op A4, brengt na een aantal inleidende beschouwingen een verslag van het paneelgesprek en het debat op basis van een bandopname. Tot slot is er een nagekomen commentaar van een 'normale' archeoloog, Fr. Varhaeghe. In een nawoord worden nog een paar algemene beperkingen geformuleerd (o.m. het gevaar dat men te zeer de nadruk zou gaan leggen op de zware industrie en over de rol van de historici in deze discipline) en komen nog een paar knelpunten ter sprake.

Een belangrijk historisch document dat men kan gebruiken om de latere ontwikkelingen een plaats te geven en te vergelijken met de standpunten en opvattingen van deze tekst.