Succesvolle Vlaams-Nederlandse dag in Kerkrade

 

Sedert 1981 is het een jaarlijkse gewoonte, de Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdag voor Industriële Archeologie.
Dit jaar vond die plaats in Kerkrade, een oud Nederlands-Limburgs mijnstadje, geprangd tussen Vlaanderen, Nederland en Duitsland.  Midden in de Euregio Maas-Rijn dus.
Dat vertaalde zich in het deelnemersveld, waar naast Vlamingen en Nederlanders ook Duitse collegae aanwezig waren.

De lezingen gingen uiteraard in op de problematiek van het mijngebeuren, maar ook op een paar typische nijverheden uit Nederlands Limburg.
We kregen niet alleen een presentatie van Continium, een indrukwekkend complex vlakbij het station van Kerkrade, dat een tussenvorm is tussen een technisch industrieel museum en een wetenschapscentrum, en dat in deze hoek jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers trekt. Het is een opvolger van het oude mijnmuseum dat vroeger in de abdij van Rolduc gevestigd was en waarvan heel de collectie naar de nieuwe constellatie overging - via de tussenstructuur van het 'Industrion'. De historische collectie omvat echter niet alleen mjnbouwmateriaal, maar ook aandrijfmachines (stoom, diesel,...), ceramiek van de oude Sphinx-fabrieken in Maastricht, glaswerk van Regout ook in Maastricht, huishoudinstallaties,... We mochten vernemen dat er nu een tentoonstelling over WC-potten en toiletten in voorbereiding is.

Serge Langeweg, ‎wetenschappelijk medewerker Collectie en Erfgoed bij Continium, ging in op de topstukken van de mijnbouwcollectie die bij het Discovery Center Continium bewaard worden. Die worden nur reeds voor een groot deel digitaal ontsloten via de website demijnen.nl

Holger Dux, pedagogisch medewerker van de Volkshochschule Aachen, bouwhistoricus gespecialiseerd in de lokale geschiedenis van de streek van Aken, ging in op de industriële ontwikkelingen over de grens, maar ook van het drielandenpunt, het neutraal dwergstaatje Moresnet dat in 1919 door België geannexeerd werd. Deze streek was ooit de belangrijkste producent van zink was: het zinkerts heet 'kalmei', naar de gemeente Kelmis - La Calamine, . En Altenberg is Vieille Montagne, ooit een begrip in de productie van nonferro. Hij ging ook in op de geschiedenis van de 'Rothe Erde', thans een wijk in Aken - maar ooit een belangrijk zwaar industriegebied. Het begon er toen in 1845 de Waalse ondernemer Jacques Piedboeuf saùmen met de Duitse industriëlen Hugo Jakob Talbot en de machinebouwers Johann Leonhard Neuman und Theodor Esser de staalfabriek OHG Piedboeuf & Co, Aachener Walz- und Hammerwerk oprichtten. De ertsen moesten aangevoerd worden vanuit Elzas-Lotharingen, de Franse regio die na de Frans-Duitse Oorlog, van 1871 tot 1918 Duits werd en na de Eerste Wereldoorlog terug Frans. Het was een verhaal van de relatie tussen grens, grondstoffen en industriële producties.

Onze voorzitter, Adriaan Linters, stelde de pertinente vraag wat we eigenlijk bewaren en tonen van het rauwe industrietijdperk als we gebouwen het bestemmen en machines en werktuigen als kunstobjecten in musea achter glas tentoonstellen. Het was een vraagstelling over de aliënatie tussen wat de geschiedenis was en wat we er nu van maken - een vraag die veel industrieel-archeologen deed nadenken, of minstens zou moeten doen nadenken .

Na de pauze werd even beroep gedaan op moderne technieken. Via een skype-verbinding presenteerde Paul Tieman vanuit Gennes in de Franse Loirestreek de subtiele restauratie van het vroegere houten stationsgebouw van Houthem-St Gerlach (1903), aan de spoorlijn Maastricht-Heerlen. Dit gebeurde met enorm veel respect voor het vervalolen gebouwtje, met minimale toevoegingen en maximaal behoud, met voorzichtige kleurenstellingen. Het is nu een succesvolle vakantiewoning.

Peter de Ronde, stedenbouwkundige bij gemeente Maastricht, ging in op de herbestemming van de Sphinx-terreinen in deze stad, en hoe de visie op de stedenbouwkundige ontwikkelingen zich in de loop der jaren ontwikkelden, en hoe het Sphinxkwartier nu in rap tempo tot een creatieve en ondernemende stadswijk omvormt.

Rein Reuter en Kees de Jong vertelden tot slot van de zitting in Continium wat er allemaal komt kijken als je foto's gaat maken van oude industriegebouwen.

Dan trokken we allemaal voor de afsluiting naar Schacht Nulland, één van de weinige mijnrelicten die de sloopwoede na de sluiting van de Nederlands-Limburgse mijnen na 1965 overleefde. We werden er ontvangen door de vrijwilligers van de stichting Koempels, die op een voorbeeldige wijze deze beschermde luchtschacht beheren en ontsluiten. Daar kregen we ook nog een toemaatje door Joeri Januarius (ETWIE) die zijn artikel 'Over Schachtbokken, chevalements en Fördertürme' (verschenen in het tijdschrift Faro, 9 (2016,2) voorstelde.
 

In de aanloop tot VNODIA werden we gealarmeerd over het feit dat de investeerders achter BE-Mine, de herbestemming van de steenkoolmijn van Beringen, via allerhande lobbywerk en politieke tussenkomsten pogen toestemming te krijgen om grote delen van de indrukwekkende en beeldbepalende kolenwasserij van deze site te slopen. Daarvoor moet de bescherming van deze delen echter eerst opgeheven worden. Het lot van de kolenwasserij ligt derhalve in handen van de Vlaamse Minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed, maar ook de rol van het gemeentebestuur van Beringen en van de Provincie Belgisch Limburg is in deze niet te onderschatten.
Omdat deze kolenwasserij zo belangrijk is, de laatste in het Limburgs mijnbekken en één van de laatste in Europa, werd tot slot van de dag unaniem een document goedgekeurd waarbij de deelnemers hun bezorgdheid uiten en zich verzetten tegen alle mogelijke plannen tot sloping van delen van de kolenwasserij van Beringen.
Zij roepen de erfgoedverantwoordelijken - op de eerste plaats de Vlaamse Minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed en het gemeentebestuur van Beringen - op om in deze niet toe te geven.

 

Reacties in de pers

  • Internetgazet Beringen, 21.11.2016
  • TVL - TV Limburg, 21.11.2016 - "Kolenwasserij 3 gaat tegen de vlakte als er geen geld gevonden wordt"
  • Internetgazet Beringen, 21.11.2016 - "Sloop stukje kolenwasserij lokt veel reacties uit". Lees o.m. ""Enkel kolenwasserij 3 is vandaag voorwerp van een ontheffingsprocedure (...) Bij de gunning van het PPS project be-MINE in 2009 was er in het globale restauratieplan voor de site reeds een akkoord met erfgoed om kolenwasserij 1, de zifterijen 2 en 3, en de lading van kolenwasserij 2 te slopen."
  • De Standaard, 22.11.2016: "Alarm om sloop kolenwasserij be-Mine"
  • Het Laatste Nieuws, 22.11.2016 - "Groot deel kolenwasserij blijft bestaan"

Nota:
Opheffing of wijzinging van een bescherming kan, volgens het decreet onroerend erfgoed, maar
"na advies in bij de colleges van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeentebesturen en de departementen of agentschappen van de Vlaamse overheid bevoegd voor ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed, leefmilieu, natuur en energie, mobiliteit en openbare werken en landbouw en visserij. Deze adviezen worden uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de ontvangst van de adviesvraag. Als deze termijn wordt overschreden, wordt het advies geacht gunstig te zijn. Aan deze adviesvereiste kan worden voorbijgegaan in geval van dringende noodzakelijkheid."
en na
"voorafgaand [...] advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. Dit advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van zestig dagen, ingaand de dag na deze van de ontvangst van de adviesvraag. Als deze termijn wordt overschreden, wordt het advies geacht gunstig te zijn. Aan deze adviesvereiste kan worden voorbijgegaan in geval van dringende noodzakelijkheid."

Op basis van onze informatie (22.11.2016) werd deze procedure voor delen van de kolenwasserij echter nog niet opgestart.
VVIA stuurde het memorandum naar alle bevoegde overheden, ook met de vraag ons op de hoogte te houden van de situatie

 

Volgend jaar is het aan Vlaanderen om VNODIA te organiseren.
Er liggen al verschillende voorstelen van locatie ter tafel, maar...
waarom niet in Beringen ?
Om dan even te kijken hoe het dan staat met de kolenwasserij ?

ALVAST AFSPRAAK VOLGEND JAAR ERGENS IN VLAANDEREN.
Plaats en datum worden zo spoedig mogelijk bij onze activiteiten aangekondigd.