U bent hier
Buizenbakkerij Dumoulin in Wijtschate
Buizenbakkerij Dumoulin in Wijtschate

VVIA kreeg op 17 oktober 2020 nog een rondleiding op de site door eigenaar Jan Dumoulin, die reeds meer dan twee decennia vecht voor behoud en bescherming ervan |
Het bedrijf
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag deze streek in de frontlijn, en vanaf de vrede moest er op grote schaal aan wederopbouw gedaan worden. In de door bommen doorploegde drassige gronden moesten opnieuw een drainageleidingen gelegd.
Om snel stenen te kunnen bakken werden door Joseph Dumoulin na de oorlog in de regio een aantal veldovens gebouwd. Daarvoor waren immers geen speciale gebouwen nodig. De familie Menu bouwde in Wijtschate een eerste 'moderne' steenfabriek met ringoven, en toen deze in 1926 met problemen kampte nam Joseph Dumoulin deze over. Hij specialiseerde zich al snel in de vervaardiging van keramische drainagebuizen en holle stenen voor gewelven en vloeren.
Het bedrijf werd in 1978 stilgelegd, maar zo goed als alle uitrusting en machines bleven bewaard. Van de gebouwen resteert de grote ringoven (Hoffmann-oven), het voorbewerkingsgebouw en het gebouw van de kleipersen, de twee hoge droogloodsen, een aantal gelijkvloerse droogloodsen, de smidse, de machinekamer met Ruston ééncylinder dieselmotor, en een zelzame vergasser ('gazogène') voor de productie van armgas. De kleiputten werden indertijd - tegen de zin van de eigenaar - voor een deel met afval gevuld. Op het terrein zien we ook nog een aantal smalspoortjes (décauville-spoor) met kipwagentjes gerecupereerd van wat aan het front achtergebleven was. De fabriek werd voor een deel op een Duitse betonnen bunker gebouwd.
Toen in de jaren 1960-1970 moderne tunnelovens in gebruik kwamen, en PVC-drainagebuizen ingevoerd werden, kon de steenbakkerij van Wijtschate niet meer volgen. Omstreeks 1975 sloot ze de deuren.
Het is vandaag één van de boeiendste sites in West-Vlaanderen, en ook een van de belangrijkste sites die getuigen van de steenbakkerijnijverheid in Vlaanderen.
Echter, ondanks alle pogingen om de site te redden en een nieuwe toekomst te geven, liepen alle initiatieven dood.
De eerste pogingen tot redding...
Na het stilvallen van het bedrijf zette Jan Dumoulin zich in voor het behoud van de monumentale steenbakkerij.
In 1982 werd het complex door studenten van het Hoger Architectuurinstituut St.-Lucas Gent opgemeten. Die opmetingsplannen zijn echter niet meer terug te vinden. Het bleef dan een tijd stil, terwijl de eigenaar regelmatig bezoeken organiseerde en ook een Bed & Breakfast in het oude bureelgebouwtje uitbaatte.
Op 4 november 1997 werd de inschrijving op de lijst van leegstaande en vervallen bedrijfsruimten (Min. besluit 24.10.1997) aan de huidige eigenaar betekend door de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van AROHM (Vlaams Gewest). Een door hem ingediend beroep werd korte tijd nadien verworpen. Op 22 december van datzelfde jaar ging op vraag van de eigenaar en op initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie een plaatsbezoek door, waar enkele architecten, leden van VVIA aan deel namen. De situatie werd besproken en er werd voorgesteld om de wettelijke bescherming van de site na te streven en in de loop van 1998 een visie op herbestemming te formuleren. Als mogelijk voorstel werd toen gedacht aan een 'West-Vlaams Museum en Educatief Centrum rond Klei en Keramische Nijverheden'. Ook werd voorgesteld om een beheersstructuur op te richten, bv een vzw die de site of delen daarvan in erfpacht zou nemen.
Het bezoek en de plannen tot bescherming lekten echter uit.
<- klik om dit artikel uit te vouwen
Toen het nieuws uitlekte dat er pogingen ondernomen werden om buizenbakkerij en omgeving te beschermen brak er een conflict uit.
Het naastgelegen slachthuis, COVAMEAT, hoopte op de terreinen te kunnen uitbreiden, en werd daarin door de gemeente gesteund - want die wijzigde het bestemmingsplan in het voordeel van het slachthuis.
De toenmalige burgemeester verwees naar de een zware belasting op leegstand. "De beste oplossing om die belasting te vermijden is de verkoop van die grond. Er is bovendien een geïnteresseerd koper" (citaat dat einde 1998 in de pers verscheen)
Het had ook als gevolg dat een aantal vrijwilligers wakker geschud werden. In de loop van 1999 en 2000 kwam langzaam maar zeker onder begeleiding van VVIA een groeiend groepje vrijwilligers tot stand, die o.m. een aantal activiteiten organiseerden om de aandacht te vestigen op het belang van de site, en die zich inzetten voor de bescherming ervan.
Bescherming... die vernietigd wordt
De buizenbakkerij werd bij besluit van de Vlaamse Regering op 31 mei 2000 wettelijk beschermd als monument, de omgeving als dorpsgezicht. Maar de gemeente Heuvelland spande een procedure in voor de Raad van State waarbij zij stelde op te komen " ter verdediging van haar planologisch en stedenbouwkundig beleid”, en ook toelichtte dat “de geplande bestemmingswijziging naar ambachtelijke zone van de vervallen buizenfabriek en zijn omliggende terreinen via BPA enX-9772-4/7gewestplan (...) ingegeven (was) om meer mogelijkheid te bieden voor de bestaande bedrijven om uit te breiden en om nieuwe bedrijven aan te trekken ten einde de industriële activiteiten in de gemeente aan te zwengelen”, en dat "het voortbestaan van de n.v. COVAMEAT van essentieel belang is voor de gemeente". De bescherming was duidelijk een streep door de rekening van het aanpalend slachthuis dat zijn oog had laten vallen op de terreinen van de buizenfabriek.. De Raad vanb State vernietigde de bescherming op 12 november 2008
De site geniet nu een lichte bescherming, want ze is sinds 14-09-2009 opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed
Vrijwilligers zoeken een oplossing ?
De groep vrijwilligers stelde begin 2000 een eerste visie op voor de herbestemming (zie document), om op de grens tussen Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk een interregionaal interpretatiecentrum te vestigen rond drie thema's
- de impact van de mens en de menselijke activiteiten op de natuur
- het natuurlijk bouwen
- de impact van de natuur op de mens
Er werden contacten gezocht met organisaties en instellingen, o.m. in Noord-Frankrijk, om deze (en andere) ideeën af te toetsen en om de mogelijkheden van Europese subsidiëring na te gaan.
In april 2000 werd ook een eerste ontwerp van statuten van een vzw 'Vrienden van de Steenbakkerij van Wijtschate' opgesteld. Die werden verschillende keren aangepast (nieuwe versies konden we niet vinden) en op 9 mei 2001 was er een oprichtingsvergadering gepland in Het Labyrinth in Kemmel. Echter, omdat verschillende personen de politieke en economische druk tegen behoud van de steenbakkerij te sterk aanvoelden, hielden ze zich op de vlakte en werd de oprichting verschoven naar oktober van dat jaar. Toen ook niemand uit de regio in het water durfde springen.
Tijdens het academiejaar 2002-2003 voerden vijf teams van studenten van het Hoger Architectuurinstituut St.-Lucas Gent een herbestemmingsderzoek uit.
In het kader van zijn programma voor de Vlaamse Wetenschapsweek (19-27 oktober 2002) leidde VVIA er groepjes belangstellenden rond en op een koude 5 februari 2003 de Open Monumentencomités van de provincie, in het kader van de West-Vlaamse themadag van de Stichting Vlaams Erfgoed.
Dat laatste vroeg om 'meer' zodat VVIA samen met de intussen verzamelde vrijwilligers (waarvan verschillende van buiten de streek) de site openstelde tijdens de Open Monumentendag 2003. De resultaten van de studentenateliers werden tijdens de OMD ter plekke voorgesteld.
Het werd een overrompeling !
De deur moest om 10u30 open gaan, maar om 9u30 stonden de eerste belangstellenden al aan te schuiven. De laatste kreeg men pas tegen 18 u buitengewerkt. Er was minstens één Nederlander en ook verschillende Fransen bij de - naar schatting - 1500 bezoekers.
Dit deed grote hoop ontstaan, maar leidde niet tot een deblokkering.
De zaak bleef verder hobbelen, einde 2008 werd het beschermingsbesluit vernietigd, hetgeen dé grote domper op alle initiatieven zette. Naderhand kreeg VVIA regelmatig vragen om informatie - maar bij elk bezoek bleek de achteruitgang van de site ondanks alle inzet van Jan Dumoulin. Het is zelden dat we in Vlaanderen zo'n hardnekkige eigenaar van industrieel erfgoed tegen komen. In 2009 was er belangstelling van de stafmedewerker van het Vredesproject Mesen vzw, in het kader van een project 'verhalen voor onderweg' dat een wandeling door het frontgebied van de heuvelrug tussen Mesen en Wijtschate voorbereidde. Daaruit groeide een kleine website
In het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed (2018) kwam er opnieuw belangstelling bovendrijven. De Erfgoedcel CO7 werd door de Vlaamse Overheid geselecteerd met een project om erfgoed 'dichter bij de mensen' te brengen en hun onderlinge verbanden in de kijker te zetten. Dat zou gebeuren aan de hand van drie sites: de Mote in Langemark, het kasteel van Voormezele en de steen- en buizenbakkerij Dumoulin in Wijtschate. Bedoeling was de site op verschillende manieren toegankelijker te maken: via een uitgebreid historisch onderzoek, via de organisatie van rondleidingen en via een herbestemmingsoefening samen met de studenten monumentenzorg van het RLICC (KU Leuven). Jammer genoeg werd geen beroep gedaan op twintig jaar ervaring...
Intussen is er een video over de site in voorbereiding.
Tijdens de Open Monumentendag van dat jaar was er door particulier initiatief bezoek mogelijk.
VVIA trekt opnieuw naar Wijtschate
Op 17 oktober 2020 bezochten we de buizenbakkerij, omdat we deze opnieuw in de aandacht willen plaatsen en zo bijdragen tot bescherming en behoud.
We werden er enthousiast ontvangen door Jan Dumoulin, die intussen 82 jaar is...
Vanuit VVIA willen we ons, met onze ervaring en contacten, verder c.q. opnieuw inzetten voor de redding van deze unieke site.
Om het overleven te garanderen moeten echter een aantal voorwaarden vervuld worden: de bescherming van de site is een conditio sine qua non, en er dient een structuur opgezet die het beheer en de ontwikkeling - ook op lange termijn - ter hand wil en kan nemen. Uit ons gesprek met Jan, tijdens ons bezoek, blijkt dat hij daar maar al te graag zijn medewerking aan zal verlenen.
Ook samenwerking met de overkant van de grens is mogelijk, want na een tentoonstelling over grofkeramiek in Roubaix in 2017 groeit de belangstelling voor 'la brique et les briqueteries' er sterk.
Laten we dus opnieuw proberen om alle neuzen in de goede richting en opnieuw een team van vrijwilligers op de bres te krijgen.
Bibliografie :
|