2018 Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed
2018 was het ‘Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed’, waarvan iedereen hoopte dat het hetzelfde effect zou hebben als het Monumentenjaar (officieel het ‘Europees Jaar van het Bouwkundig Erfgoed’) in 1975.
1975 was een mijlpaal in de erfgoedbeweging.
Het 'Monumentenjaar' leidde tot de opstelling en goedkeuring van het ‘European Charter of the Architectural Heritage’ en in zowat alle steden en gemeenten ontstonden verenigingen, werkgroepen, actiecomités die zich inzetten voor het behoud van erfgoed.
Maar 1975 kwam er voordat het internet bestond, zodat er op het wereldwijdweb daarover niet te vinden is. En het dus in grote mate ‘vergeten’ is - want wat vandaag niet op internet staat bestaat niet. De teksten van de grote congressen, veel begrippen die toen opgang maakten, zijn intussen van de agenda verdwenen.
De periode van voor 1975 is als het ware de prehistorie van de erfgoedzorg.
Omgaan met erfgoed werd in en na 1975 gedemocratiseerd, de burger ging meespreken bij het behoud en ontsluiting van erfgoed. Erfgoed was niet langer een jachtterrein voor rijke en/of intellectuele elites. Maar ook het erfgoed werd gedemocratiseerd. Naast de kloosters, kerken en kastelen, kreeg ook het de ‘architectura minor’, het archeologisch, het militair, het industrieel erfgoed zijn plaats. In 1975 werd in Vlaanderen het eerste gebouw wettelijk beschermd omwille van zijn industrieel-archeologische waarde, en als uitloper werd de term ‘industriële archeologie’ in 1976 voor het eerst in Europa in een erfgoedwetgeving opgenomen, in het nieuwe Vlaamse decreet op behoud van monumenten, stads- en dorpsgezichten van 1976 als eerste.
In 1975 waren de burgers, vrijwilligers en verenigingen de stuwende kracht.
In 2018 lag dit anders en ware er - tenzij in enkele landen - weinig spontane burgeractiviteiten.
Iedereen hoopte natuurlijk dat 2018 eenzelfde beweging in gang zou zetten dan 1975
De maatschappelijke omstandigheden vandaag van 2018 waren anders. 1974 en 1975 waren de eerste jaren van economische crisis na een uitzonderlijke boom-periode, de ‘Golden Sixties’, nadat de Arabische landen het oliewapen ingezet hadden om het Westen te treffen om hun steun aan Israel tijdens de Jom Kippoer oorlog (oktober 1973). Toch was het nog een tijd waarin, ondanks het feit dat het niet ‘goed’ meer ging, er nog veel hoop en optimisme was. Maar het was ook een tijd waarin de geëngageerde generatie van 1968 en 1969 afstudeerde en zijn zeg deed - ook op erfgoedvlak.
Het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed kwam héél langzaam op gang en wanneer vandaag we terugkijken dan blijft er - tenzij binnen een aantal Europese structuren - weinin van over.
Het Jaar kwam ook maar langzaam op gang - en het moest tijdens de start, het jaar zelf en nadien een lange weg afleggen doorheen Europese structuren.
Op 19 april 2016 werd het plan reeds tijdens het tweejaarlijks European Culture Forum in Brussel aangekondigd door Tibor Navracsics, "European Commissioner for Education, Culture, Youth and Sport". Maar nadien bleef Europa palaveren.
Eind augustus van 2016 werd de idee officieel gelanceerd.
Pas op 9 februari 2017 bereikten vertegenwoordigers van de Raad en het Parlement een voorlopig akkoord, op 27 April keurde het Europees Parlement een resolutie goed dat zijn steun voor het initiatief uitsprak en op 11 mei werd eindelijk een beslissing genomen door de Europese Commissie.
Het Jaar werd officieel gelanceerd en geopend tijdens het European Culture Forum op 7 en 8 december 2017.
Veel tijd werd hierdoor verspeeld
Vooral voor het industrieel erfgoed zou de uitdaging groot zijn. Het viel op dat tijdens de officiële voorstelling enkel prentjes getoond werden van ‘traditioneel’ erfgoed en dat het industrieel erfgoed ook volledig ontbreekt in het lanceringsfilmpje.
Samen met E-FAITH, de European Federation of Associations of Industrial and Technical Heritage, en samen met collega-organisaties uit andere landen zette VVIA zich ten volle in om het industrieel erfgoed in 2018 een plaats te geven.
De plaats die dat erfgoed meer dan verdient !
meer informatie op de website van EFAITH, European Federation of Associations of Industrial and Technical Heritage, waar o.m.
- opgeroepen werd tot verbroedering/verzustering tussen verenigingen uit verschillende landen
- tot het opzetten van grensoverschrijdende projecten en samenwerking
- tot medewerking aan elk van de thematische maanden
Ook VVIA verleent hieraan voor 200% zijn medewerking, omdat we vinden dat we ons industrieel erfgoed meer in eigen land en ook daarbuiten, in andere landen en regio's, moeten promoten